Tijdens je zwangerschap wordt je normaal gesproken begeleid door de verloskundige. Het kan ook zijn dat je huisarts je 'verloskundige' is als in het gebied waar je woont geen verloskundigepraktijk zit.
Wanneer je rond de zes weken zwanger bent, kun je contact opnemen met een verloskundigenpraktijk naar jouw keuze. Een verwijzing van de huisarts is hiervoor niet nodig. Gedurende de zwangerschap bezoek je de verloskundige tien tot veertien keer; in het begin weinig, tegen het einde steeds vaker.
De verloskundige houdt tijdens de zwangerschap je lichamelijke en emotionele gezondheid in de gaten. Ook controleert ze of je baby zich goed ontwikkelt. Ze bereidt je voor op de bevalling en signaleert het risico op complicaties. Dreigen die zich voor te doen, dan verwijst ze je door naar een gyneacoloog. Ze is aanwezig bij de bevalling en houdt vanaf het begin tot het einde jouw toestand en die van de baby in de gaten en grijpt in als dat nodig is. Ze helpt je bij het opvangen van de weeën en geeft je aanwijzingen bij het persen. Als er complicaties optreden, raadpleegt ze een gynaecoloog of laat ze je naar het ziekenhuis brengen. Na de geboorte controleert de verloskundige de gezondheid van jou en je kindje.