Verder onderzoek
Onderzoek naar de heupen wordt op verschillende manieren gedaan. Is je kind jonger dan zes maanden, dan wordt de vorm van de heup met echo-onderzoek bekeken. Is je kind ouder dan zes maanden, dan wordt meestal een röntgenfoto gemaakt. Deze onderzoeken doen geen pijn. Het kan ook zijn dat de jeugdarts je kind rechtstreeks naar de (kinder)orthopeed verwijst. Soms wordt er daarna nog een echo of röntgenfoto gemaakt. Van de zes kinderen bij wie een echo of röntgenfoto van de heupen wordt gemaakt, wordt bij één kind een heupdysplasie gevonden. Wanneer op de echo of röntgenfoto geen heupdysplasie zichtbaar is, dan blijven we op het consultatiebureau je kind controleren (hetzelfde als bij alle kinderen).
Behandeling
Wanneer bij je kind op de echo of röntgenfoto wel een heupdysplasie wordt gevonden, dan zal de (kinder)orthopeed je kind verder onderzoeken en behandelen. Heupdysplasie wordt meestal behandeld door de benen van het kind te spreiden met een spreidmiddel (bijvoorbeeld een spreidbroek). Hierdoor komt de heupkop goed in de heupkom te staan en kan het gewricht zich goed ontwikkelen. Meestal duurt deze behandeling meerdere maanden. De kinderorthopeed zal je alle informatie geven over de behandeling van je kind.
Op de website van de Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling vind je uitgebreide informatie over heupafwijkingen. Voor vragen kun je ook altijd terecht bij je consultatiebureau.
